Programma overzicht

De Omgevingswet is op 1 januari 2024 in werking getreden. Dit programma heeft de gemeente en haar partners voorbereidt op de invoering ervan.

Project locatie

Programma status

Risico profiel

Middel

Totaal beeld

Volgens verwachting

Bestuur & ext. partijen

Volgens verwachting

Planning

Volgens verwachting

Budget

Volgens verwachting

Programma structuur

Bestuurlijk opdrachtgever
Wethouder Van Veller
Programma
Bouwen en Wonen (VHROSV)
Initiatiefnemer / Opdrachtgevers
N.v.t.

Programmakarakteristiek

Programmafase
Realisatie
Einddatum
1 juli 2024
Ruimtelijke procedure
N.v.t.
Risicoprofiel
Midden

Besluitvorming

Laatste raads-/commissiebehandeling
Q4 2023: Besluitvorming delegatiebesluit, participatieverplichting BOPA's, adviesrecht
Volgende raads-/commissiebehandeling
okt/nov 2024: afsluiting programma, met rapportage eerste half jaar
Besluitvorming

Gemeenteraad

Afwijking t.o.v. besluitvorming

Belangrijkste wijzigingen

De Omgevingswet is begin 2024 in werking getreden zonder al te veel noemenswaardige problemen. Hiermee is het programma in de afrondende fase gekomen. Een groot aantal zaken is overgedragen een de lijn en worden daar verder door ontwikkelt, enkele andere zaken zullen in de komende periode overgedragen worden aan de lijn. De lijn zal in de komende tijd steeds meer leren en ontwikkelen en kennis en ervaring op doen met de instrumenten uit de omgevingswet. Het is de laatste keer dat in het projectenboek over het programma gerapporteerd wordt.

Programma Inhoud

Het doel van de Omgevingswet is om een einde te maken aan de huidige, ingewikkelde en omvangrijke wetten en regels voor plannen in ruimtelijke ordening, milieu en natuur. De tientallen wetten en honderden regelingen voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water met allemaal hun eigen uitgangspunten, werkwijzen en eisen worden samengevoegd in één Omgevingswet.

Gemeenten krijgen bovendien in de nieuwe wet meer ruimte voor particuliere ideeën. Dit komt doordat er meer algemene regels gelden, in plaats van gedetailleerde vergunningen. Het doel staat voorop en niet het middel om er te komen. De houding bij de beoordeling van nieuwe plannen wordt ‘ja, mits’ in plaats van ‘nee, tenzij’. Minder regels maken het makkelijker waardoor procedures sneller kunnen en er meer ruimte komt voor gesprek. Het efficiënter maken van procedures draagt hier verder aan bij en zorgt voor eenduidigheid en inzichtelijkheid.

De Omgevingswet verplicht Rijk, provincie en gemeente om ieder één omgevingsvisie te maken en in plaats van meerdere door de gemeenteraad vastgestelde bestemmingsplannen komt er één omgevingsplan. Het doel is dat de inwoner straks slechts één keer een vergunning hoeft aan te vragen, voor alle activiteiten waar de drie bestuurslagen over gaan.

Kerninstrumenten
De Omgevingswet biedt gemeenten vier nieuwe wettelijke kerninstrumenten: Omgevingsvisie, programma, Omgevingsplan en omgevingsvergunning. Deze zijn uitwerkt in de verschillende pijlers van het programma en zijn grotendeels geïmplementeerd of overgedragen in de lijnorganisatie. Hiermee ontstaat een nieuw stelsel voor de beleidscyclus van de fysieke leefomgeving van de gemeenten.

Participatie
Participatie is een belangrijke pijler onder de Omgevingswet. Vroegtijdig samenwerken vergroot de kwaliteit van oplossingen en zorgt ervoor dat verschillende perspectieven, kennis en creativiteit direct op tafel komen. Participatie is maatwerk. Daarom schrijft de wet niet voor hoe participatie moet plaatsvinden. Participatie in de geest van de Omgevingswet wordt toegepast in verschillende vormen bij de pijlers Omgevingsvisie en Omgevingsplan. Daarnaast heeft het college in Q4 2022 een participatieleidraad voor initiatiefnemers vastgesteld, waarmee in 2023 geoefend zal worden.  

Rol van de gemeenteraad
Met de Omgevingswet verschuift een deel van de taken die nu nog bij de gemeenteraad ligt naar college en samenleving. Het is de bedoeling van de wet dat de gemeenteraad de kaders en de grote lijnen bepaalt, zowel over de inhoud als over het proces. Daarbij geeft de wet gemeenten veel meer ruimte om een integrale afweging te maken bij de inrichting van de fysieke ruimte. Ze krijgen meer vrijheid om met hun inwoners, ondernemers en (regionale) partners de leefomgeving passend bij eigen ambities en opgaven in te richten en meer eigen keuzes te maken rond bijvoorbeeld energie, geluid, geur, woningbouw, bedrijvigheid of recreatie. De gemeenteraad bepaalt hoeveel ruimte college en inwoners krijgen bij de invulling van het Omgevingsplan. Men kan heel strikte kaders stellen zodat er weinig ruimte overblijft of een deel van het plan openhouden en de invulling delegeren naar college en inwoners.

De gemeenteraad is daarom nadrukkelijk betrokken bij de voorbereidingen, het proces en het ophalen van ideeën en meningen van inwoners, ondernemers, belangengroepen en andere stakeholders voor de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan.

Doelstelling en gewenst resultaat

Doelstelling
De ambitie van het Programma Implementatie Omgevingswet is focus houden, sturen op samenhang tussen het programma en de lijnorganisatie en verbinding zoeken met onze omgeving. Zodat de organisatie wordt ondersteund bij het ontwikkelen en leren werken met de instrumenten van de Omgevingswet. Dat moet samen met vertrouwen, draagvlak en inzicht bij gemeenteraad, college en samenleving. Daarnaast is er aandacht voor lopende politieke en organisatieontwikkelingen.

Het programma Implementatie Omgevingswet werkt aan een “warme overdracht” naar “de lijn”. Dat betekent dat er zes pijlers worden ingericht met voor elke pijler een verantwoordelijk opdrachtgever in de lijn.

Pijler Omgevingsvisie
Wat voor een gemeente willen we zijn en hoe gaan we dit realiseren? Dat is de hoofdvraag bij de Omgevingsvisie, het centrale beleidsdocument dat richting geeft aan de leefomgeving van Leidschendam-Voorburg.  Een visie die alle ruimtelijke ontwikkelingen in gezamenlijkheid bekijkt en richting bepaalt. Die hierbij ook rekening houdt met beleid over voorzieningen en sociaal-maatschappelijke onderwerpen. Een visie die keuzes maakt over wat de gemeente wel maar ook wat de gemeente niet wil. Met aandacht voor zowel het stedelijk gebied, het buitengebied als voor de regionale samenhang.

De Omgevingsvisie is onderdeel van dit programma, maar wordt vanwege de omvang als een project georganiseerd. De voortgang van de Omgevingsvisie wordt daarom in een aparte paragraaf in het Projectenboek toegelicht.

Pijler Omgevingsplan
Deze pijler is als project in april 2018 aan het programma toegevoegd. Op dat moment had de gemeente ongeveer 100 verschillende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en andere ruimtelijke plannen, vastgesteld in een periode tussen 1971 en 2017. De meeste plannen zijn inmiddels samengebracht in een nieuw bestemmingsplan Stedelijk (vastgesteld februari 2022) en een bestemmingsplan Landelijk (vast te stellen in 2024). Uiteindelijk gaan we al deze plannen, regels en verordeningen onderbrengen in één integraal Omgevingsplan 2.0. Dit vindt plaats nadat de Omgevingsvisie is vastgesteld. Tot die tijd beschikt de gemeente over een Omgevingsplan van rechtswege.

Pijler Dienstverlening en vergunningverlening
Onder de Omgevingswet wordt een fundamenteel andere rol van de overheid verwacht. Er wordt verwacht dat de overheid met de initiatiefnemer meedenkt en initiatieven mogelijk maakt in plaats van aanvragen te toetsen aan bestaande regels. Sterker nog, als regels in de weg staan van wenselijke initiatieven (op grond van de Omgevingsvisie) wordt van de overheid verwacht dat de regels die in weg staan worden aangepast. De gemeente is de voordeur in de één-loket-gedachte.

Pijler Anders werken
De Omgevingswet vraagt om een andere manier van werken: samenhangend, als één overheid, zorgend voor ketensamenwerking, in participatie met de samenleving. Integraal werken en regionaal samenwerken zullen in dat verband nog meer nadruk krijgen. En om initiatieven mogelijk te kunnen maken, wordt een beroep gedaan om eenieders ‘ja, mits’-houding.

Pijler Veiligheid, Toezicht en Handhaving (VTH)
In de beleidscyclus van de fysieke leefomgeving vormt Veiligheid, Toezicht en Handhaving een vast onderdeel. Ook VTH is op de omgevingsweten ingericht. Integraliteit, vooral met ketenpartners in de regio, is daarin van belang.

Daarnaast is de Wet Kwaliteitsborging (Wkb) gelijktijdig met de Omgevingswet in werking getreden. Private kwaliteitsborgers zullen onder dit stelsel de technische bouwplantoetsing en constructietoets voor gevolgklasse 1 (een categorie kleine bouwwerken) verzorgen in plaats van de gemeente. De gemeente blijft echter wel bevoegd gezag. Op de implicaties voor de organisatie bereidt VTH zich voor.

Pijler Stadsbeheer (SB)
Voor Stadsbeheer zijn meerdere aspecten omtrent de openbare ruimte van belang om in de geest van de Omgevingswet te kunnen werken: geo-informatie, beleidsontwikkeling, advisering bij vergunningverlening en participatie. Daarnaast heeft ook het integraal samenwerken in de keten Ruimte de bijzondere aandacht. In 2023 is hierop door ontwikkelt.

Resultaat
Het resultaat van het programma Omgevingswet is een op elkaar ingespeelde organisatie met een nieuwe integrale werkwijze in het fysieke en sociale domein waarbij de integrale afweging van belangen centraal staat. Dit wordt bereikt door:

  • Het opstellen en door de gemeenteraad laten vaststellen van een Omgevingsvisie en een Omgevingsplan waarbij een maatschappelijke dialoog is gevoerd.
  • Het vaststellen van de bestuurlijke afwegingsruimte door de gemeenteraad en het college en het vaststellen van de relevante verordeningen, beleidsregels en mandaten.
  • Processen zijn ‘lean’ en vorm volgt functie. Het organisatiemodel volgt de geoptimaliseerde processen, met inachtneming van de volgende ‘functies’:
    • Het inrichten van één ‘loket’ voor de samenwerking met interne en externe partners (ODH, provincie, waterschappen, GGD, VRH) voor het integraal en eenduidig behandelen van vergunningaanvragen.
    • Alle initiatieven (groot en klein) afgehandeld binnen 1 ‘loket’ volgens het principe één plan, één procedure één besluit.
    • Het inrichten van de Vergunningen- Toezicht- en Handhaving (VTH)-procedures zodat een aanvraag omgevingsvergunning geadministreerd en in behandeling kan worden genomen en daarop kan worden beslist.
    • Het inrichten van een organisatieonderdeel dat zorgdraagt voor het beheer van de Omgevingsvisie en van het Omgevingsplan.
    • De inhoud van Omgevingsvisie, Omgevingsplan en VTH-procedures zijn op elkaar (én op de visies, plannen en procedures van o.m. Rijk, regio en provincie) afgestemd.
  • Digitaal de basis op orde (zaakgericht werken, digitale ondersteuning ‘1 loket’ en optimale ondersteuning van processen voor inwoners, aanvragers en ambtelijke organisatie).
  • Aangesloten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) voor toepasbare regels en het ontvangen van meldingen en vergunningaanvragen.
  • Het voorbereiden, starten en uitvoeren van pilots en experimenten ter voorbereiding op de nieuwe werkwijze.
  • Het Omgevingsplan kan met regelmaat worden aangepast en de daarin opgenomen regels zijn digitaal toegankelijk op pandniveau.

Stand van zaken

In 2023 zijn in het kader van vergunningverlening en dienstverlening de werkprocessen en -afspraken aangepast op de werkwijze onder de Omgevingswet en in de geest van de klantreis. De processen zijn ook geïmplementeerd en ingericht in het nieuwe systeem CLO en de betrokken medewerkers hebben meerdere trainingen gevolgd om klaar te zijn voor de Omgevingswet.
Het vergunningenproces en het nieuwe workflowsysteem zijn volledig ingericht om te kunnen werken met de Omgevingswet, de WKB en het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).
Door de introductie van een heldere klantreis zijn ook belangrijke stappen gezet in het integraal behandelen van initiatieven.
Verdere ontwikkelingen omvatten de opzet van toepasbare regels, de inrichting van interne integrale werkprocessen en de ketensamenwerking.

In de regio Haaglanden is een document met ketenafspraken voor het behandelen van initiatieven, aanvragen en meldingen en het uitvoeren van toezicht ambtelijk vastgesteld. De uitvoering hiervan vergt extra aandacht en wordt doorlopend aangepast en verbeterd waar nodig.
Verder heeft de gemeente Leidschendam-Voorburg voortgang geboekt in het Omgevingsplan 1.0-project, met de vaststelling van essentiële verordeningen en de digitalisering van bestemmingsplannen. Voorts is er een start gemaakt met het transitieplan voor de transitie van het tijdelijke omgevingsplan naar het gebiedsdekkende Omgevingsplan (2024-2030).

Nu de lijnorganisatie gestart is met het werken onder de Omgevingswet ligt de nadruk op het leren werken met de wet. Daarnaast zin er nog een aantal acties voor de implementatie van de Omgevingswet die nog doorlopen tot halverwege 2024. Dit bestaat onder meer uit monitoring, testen, regionale samenwerking en, het anders werken in de organisatie. De implementatiefase zal wordt afgesloten door met een rapportage aan het college en de raad.

Financiën

Omschrijving

Beschikbaar
(€)

Uitgaven
(€)

Verplichtingen
(€)

Saldo
(€)

Project afronden implementatie omgevingswet

308.000

5.661

70.000

232.339

Totaal

308.000

5.661

70.000

232.339

Planning

Het programma is in de afrondende fase. Na de zomer komt er een raadsbrief met hierin een rapportage over eerste halfjaar en wordt het programma afgesloten.

Communicatie

Communicatie wordt vanaf 2024 door de vakafdeling opgepakt en maakt geen deel meer uit van het programma.

Risicomanagement

Risicomanagement
Er is in Q1 2023 een uitgebreide update van de risicoanalyse afgerond.  De resultaten hiervan zijn meegenomen in de P&C-producten van 2023.
In het tweede kwartaal 2024 volgt nog een laatste risicoanalyse vanuit het programma.

Deze pagina is gebouwd op 06/12/2024 13:59:01 met de export van 06/12/2024 11:02:37