Initiatief overzicht

Het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT) bestaat uit fysiek ruimtelijke rijksprojecten en -programma’s die opgenomen zijn in de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Min. I&W) in het Infrastructuurfonds.

Project locatie

Initiatief status

Risico profiel

Middel

Bestuur & ext. partijen

Volgens verwachting

Planning

Volgens verwachting

Initiatief structuur

Portefeuillehouder
Wethouder Keus
Programma
Verkeer en vervoer
Initiatiefnemer
IenW, BZK, PZH, MRDH en de gemeenten Den Haag, Rijswijk en Leidschendam-Voorburg

Initiatiefkarakteristiek

Planfase
Planuitwerking
Ruimtelijke procedure
N.v.t.
Einddatum
N.v.t.
Risicoprofiel
Midden, afhankelijk van fase.

Besluitvorming

Laatste raads-/commissiebehandeling
N.v.t.
Volgende raads-/commissiebehandeling
N.t.b.
Intentieovereenkomst
N.v.t.
Anterieure overeenkomst
N.v.t.

Belangrijkste wijzigingen

Stand van zaken is opgeschoond.

Gemeentelijke rol

De gemeentelijke rol in het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT) is doorgaans beperkt. Wel is Leidschendam-Voorburg via de Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag ‘getrapt’ vertegenwoordigd bij het jaarlijkse Bestuurlijke Overleg MIRT met de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) en Binnenlandse Zaken  (BZK).

Waar MIRT-projecten en -programma’s de belangen van onze gemeente direct raken zet Leidschendam-Voorburg in op directe bestuurlijke en ambtelijke afstemming met de projectorganisaties van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Bij de verkenning CID Binckhorst is Leidschendam-Voorburg een van de initiatiefnemers met een vertegenwoordiger in het kernteam, de ambtelijke stuurgroep en een nieuw Bestuurlijk Overleg (BO MIRT-verkenning CID Binckhorst). Daarnaast is Leidschendam-Voorburg vertegenwoordigd bij het directeurenoverleg van het programma MoVe (Mobiliteit en Verstedelijking) en in de (bestuurlijke) Programmaraad MoVe. De gemeenteraden van Leidschendam-Voorburg, Rijswijk en Den Haag zijn het bevoegd gezag voor het vaststellen van het masterplan met voorkeursalternatief en de plan-MER.

Sinds eind 2023 is de verkenning afgerond en de vookeursvariant vastgesteld en is de Bestuursovereenkomst (BOK) door alle partijen ondertekend. De planuitwerkingsfase is begonnen. Leidschendam-Voorburg maakt op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau onderdeel uit van de organisatie.

Doelstelling en gewenst resultaat

Algemeen:
In het MIRT werken Rijk, decentrale overheden (provincies, gemeenten, vervoerregio’s, waterschappen), maatschappelijke organisaties en bedrijven samen om de concurrentiekracht, bereikbaarheid en leefbaarheid van Nederland duurzaam te ontwikkelen. Leidschendam-Voorburg is sinds januari 2018 mede-opdrachtgever van het project Planuitwerking CID-Binckhorst, dat zich richt op een mobiliteitstransitie. Hierin neemt de rol van de auto af ten gunste van voetganger en fiets, (hoogwaardig) OV en Smart Mobility-oplossingen. De andere opdrachtgevers zijn de gemeenten Den Haag en Rijswijk, de ministeries van BZK en IenW, de MRDH en de Provincie Zuid-Holland.

De opgave van de Planuitwerking CID-Binckhorst is drieledig:

  1. Het mogelijk maken van de verstedelijking en het versterken van de economische kracht van de (inter)nationale toplocaties CID en Binckhorst, door in iedere ontwikkelfase een passende duurzame mobiliteit aan te bieden.
  2. Het bijdragen aan de bereikbaarheid van de Zuidelijke Randstad door het wegnemen van de NMA OV-knelpunten Rijswijkseplein en Binckhorstlaan en het voorkomen van extra belasting van het hoofdwegennet door de verstedelijking van CID/Binckhorst.
  3. Het bijdragen aan regionale ambities rond OV en fiets.

Volgend uit de opgaven worden adaptieve en samenhangende pakketten van mobiliteitsmaatregelen uitgewerkt: de alternatieven. Deze alternatieven onderscheiden zich van elkaar door de keuze voor een vorm van HOV (bus, tram, lightrail) met een eventuele regionale doorkoppeling. Alle alternatieven bevatten bovendien een basispakket van maatregelen voor de thema’s langzaam verkeer, slim ruimtegebruik, smart mobility, stations(omgevingen). In goed overleg is hier het thema ‘logistiek’ aan toegevoegd. In de Verkenning werken de partijen toe naar de keuze voor één voorkeursalternatief.

Het BO MIRT van november 2019 is gevraagd de Notitie Kansrijke Oplossingsrichtingen vast te stellen, met de drie Kansrijke Alternatieven die in 2020 nader worden uitgewerkt. De drie Kansrijke Alternatieven hebben allen een samenhangend pakket aan mobiliteitsmaatregelen als basis. De alternatieven onderscheiden zich op de HOV-oplossing: HOV tram, Lightrail of HOV Bus + Tram/ART. (Het laatste is een innovatieve vorm van openbaar vervoer. Een zelfrijdende tram met een eigen geleidingsysteem, zonder rails en bestuurder.). Alle alternatieven kennen vooralsnog (in de notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) of wel onderzoeksagenda) hetzelfde tracé en nemen regionale doorkoppeling na 2030 mee voor toekomstvastheid. In het vervolg van het proces is het mogelijk de onderzoeksagenda aan te passen en bijvoorbeeld meerdere traces te onderzoeken. Het onderzoek leidt uiteindelijk tot een masterplan Mobiliteit met een voorkeursalternatief voor de HOV-oplossing.

In juli 2021 heeft het Bestuurlijke Overleg MIRT Verkenning CID Binckhorst besloten de lopen onderzoeken, zoals de milieueffectrapportage (plan-MER), de maatschappelijke kosten- en batenanalyse (MKBA) en de businesscase openbaar vervoer te verbreden naar zes verschillende tracés. De planning is aangepast: de initiatiefnemers zijn voornemens de Verkenning in de loop van 2023 af te ronden met een Masterplan Mobiliteit CID Binckhorst, inclusief voorkeursvariant. Via een Platform met vertegenwoordigers van omwonenden en belanghebbenden vindt participatie vanuit de omgeving plaats. De initiatiefnemers erkennen elkaars belangen en bieden elkaar de ruimte eigen besluitvormingstrajecten te doorlopen. Dit hebben zij begin 2022 vastgelegd in een Intentieverklaring, die ook is ondertekend door de gemeente Rijswijk.

Op 18 april 2023 hebben de colleges van B&W van de gemeenten van Rijswijk, Leidschendam-Voorburg en Den Haag ingestemd met het Masterplan Bereikbaarheid CID Binckhorst en de Nota van Antwoord op de ingediende zienswijzen en hebben zij besloten een Bestuursovereenkomst (BOK) met Rijk en regio aan te gaan. Deze overeenkomst is door alle partijen ondertekend. In mei en juni 2023 hebben de raden van de drie gemeenten het Masterplan en de Nota van Antwoord vastgesteld. Daarmee is de verkenningsfase afgerond en start de planuitwerkingsfase. In november 2023 is de Bestuursovereenkomst door alle partijen ondertekend.

Stand van zaken

  • de Verkenning is in december 2018 gestart en is eind 2023 afgerond
  • Het opstarten van de Planuitwerking is in volle gang.

De volgende ontwikkelingen spelen:

  • de opdrachtgevende partijen werken aan de Maatregelen uit het no-regret pakket, waaronder de Velostrada
  • Op dit moment is de projectorganisatie aan het opstarten.
  • Een ingenieursbureau (of een combinatie van ingenieursbureaus) wordt geworven. Dit is (vanwege de omvang) een Europese aanbesteding. De aanbesteding loopt op dit moment en daarbij is de verwachting dat voor de zomer van 2024 de overeenkomst getekend kan worden. Vanaf dat moment kan de uitwerking van het ontwerp beginnen, kunnen de onderzoeken worden opgestart en kunnen stappen worden gezet in het participatie traject. Hiervoor wordt de komende maanden een communicatie- en participatieplan opgesteld.
  • Het opstarten van de projectorganisatie en de werving van het ingenieursbureau heeft meer tijd in beslag genomen dan vooraf verwacht. Vanaf begin mei 2024 gaat het inhoudelijke proces in volle vaart van start.

Planning

Mijlpalen

Gepland

Status

Besluitvorming

Raadsbesluit

Toelichting

BO MIRT 2019

20 november 2019

N.v.t.

N.v.t.

Vaststellen Notitie kansrijke alternatieven en tekenen Bestuursovereenkomst no-regret pakket.

Toelichting naar gemeenteraad Leidschendam-Voorburg

3 december 2019

N.v.t.

N.v.t.

Inhoudelijke toelichting/informatiemarkt.

Vaststelling Notitie Reikwijdte en Detailniveau door colleges

14 juli 2020

ja

nee

Raadsbrief (1775) met infographic van het MIRT proces

Vaststelling Nota van Antwoord op zienswijzen NRD

maart 2021

ja, college

nee

De Nota van antwoord gaat in op de zienswijzen en legt de onderzoeksagenda voor het MER definitief vast

Ontwerp Masterplan Bereikbaarheid CID Binckhorst

juli  2022

colleges

nee

Vrijgave voor zienswijzeprocedure

Masterplan Bereikbaarheid Binckhorst met Voorkeursalternatief

eind november 2022

BO-MIRT

nee

Principebesluit en beschikbaarheid middelen vanuit het rijk. De gemeenteraad zal tussentijds worden geconsulteerd en geïnformeerd.

Masterplan Bereikbaarheid Binckhorst met Voorkeursalternatief

eind mei 2023

gemeenteraden

ja

Inclusief een besluit ten aanzien van financiële bijdrage, inclusief Nota van Antwoord op zienswijzen en besluit over eventuele financiële bijdrage

Ondertekening aangepaste versie van de Bestuursovereenkomst

november 2023

colleges

nee

Geen inhoudelijke aanpassingen.

Planning- en Studiefase (planuitwerking) Bereikbaarheid CID Binckhorst

tot en met najaar 2025

gemeenteraden

ja

Projectbeslissing. Of de tramverbinding daadwerkelijk zal worden aangelegd.

Communicatie

Communicatie momenten

Omgeving

Raad

Toelichting

Informatieavonden begin juli en eind augustus over Ontwerp Masterplan en Voorlopige Voorkeursvariant

Brede uitnodiging aan hele omgeving van project

N.v.t.

Drie identieke informatiebijeenkomsten. Een vóór de zomervakantie, twee erna.

Participatief traject met bureau Urban Sync in Voorburg West

Diverse sessies in december 2022, januari en maart 2023 inclusief rapportage.

Bij het tekenen van de bestuurovereenkomst in november 2023 is daar via een nieuwsbericht over gecommuniceerd.

Risicomanagement

Het MIRT kent een formele procedure en het uitvoeren van de planuitwerking is een complex proces. Deze planuitwerking vereist nauwe afstemming tussen buurgemeenten, regio, provincie en Rijk. Alle partijen onderschrijven de verstedelijkingsopgave en alle partijen ambiëren een goede bereikbaarheid, mits de overlast van weg- en railverkeer op lokaal niveau binnen de perken blijft. Vanwege de grootschaligheid van MIRT-projecten zijn de gevolgen en effecten vaak omvangrijker dan die van lokale (gemeentelijke) maatregelen. Het balanceren tussen (regionale) bereikbaarheid en (lokale) leefbaarheid luistert nauw. Partijen werken daarom aan maatregelen, die eventuele negatieve gevolgen voorkomen of effecten beperken.

Deze pagina is gebouwd op 06/12/2024 13:59:01 met de export van 06/12/2024 11:02:37